Tweede tijdvak vraag (6) en 7
-
- Site Admin
- Berichten: 51
- Lid geworden op: 17-04-2015 19:06
-
- Berichten: 76
- Lid geworden op: 05-05-2015 13:39
Een hogere N-term zou wel heel fijn zijn. Dan worden alle herkansers en herprofileerders beloond voor hun doorzettingsvermogen, want dat hadden ze wel nodig bij deze twee lange en uitputtende examens. En misschien is er dan eentje bij die een 9 scoort?
Voor de leerlingen die de alternatieve antwoorden op deze vraag geven zou je een beroep kunnen doen op regel 3.3 en hopen dat de tweede corrector je argumentatie accepteert. Als je het als tweede corrector doet, zal dat laatste zeker het geval zijn
Voor de leerlingen die de alternatieve antwoorden op deze vraag geven zou je een beroep kunnen doen op regel 3.3 en hopen dat de tweede corrector je argumentatie accepteert. Als je het als tweede corrector doet, zal dat laatste zeker het geval zijn
-
- Berichten: 6
- Lid geworden op: 18-06-2015 09:40
Ik heb inmiddels een (onbevredigend) antwoord gehad. En daar ook weer op gereageerd. Zie hieronder. Misschien heeft het nog enige invloed op de N-norm, inderdaad.
Geachte heer Koek,
Dank voor uw mail. Wij hebben deze voorgelegd aan de vakdeskundigen en wij hebben geen reden gezien om bij vragen 6 en 7 het correctiemodel aan te vullen. Alinea 2 is primair een toelichting en wel een toelichting op de complexiteit van het begrip normaal (dat aanwijsbaar in de hele alinea centraal staat). Dat er verderop in de alinea oorzaken worden aangewezen waarom die complexiteit nog toeneemt, doet aan het toelichtende karakter van de alinea als geheel niets af, net zo min als dat er binnen de toelichting nog andersoortige verbanden aanwijsbaar zijn.
Het antwoord in het cv bij vraag 7 is, (mede) bezien vanuit dit perspectief op alinea 2, dan ook het enig juiste alinea 3 belicht de oorzaak waarom een aantal mensen niet (meer) in staat zijn sociaal en maatschappelijk mee te doen dat komt doordat de “rafelranden” van de maatschappij zijn weggevallen, iedereen moet optimaal presteren.
Als u nog inhoudelijke vragen heeft over dit incident, dan kunt u reageren op deze e-mail. Nieuwe meldingen over de inhoud en/of afnamecondities van een centraal examen kunt u doen via het klantcontactformulier op onze website.
Ik hoop dat u hiermee voldoende geïnformeerd bent.
Met vriendelijke groet,
Ruth Welman
Geachte mevrouw Welman,
Hartelijk dank voor uw antwoord. Ik respecteer het besluit van de vakdeskundigen, maar ik betreur het ook. Vandaar dat ik nog even wil ingaan op de door u gegeven argumenten.
1. Dat alinea 2 als geheel gezien kan worden als een toelichting, bestrijd ik niet.
2. Dat er binnen die toelichting geen andersoortige verbanden aanwijsbaar zijn, bestrijd ik wel. In de alinea is een gelaagdheid waar te nemen. Het woord 'Maar' (regel 39) benadrukt dat er ten opzichte van een altijd bestaande situatie inmiddels een verbijzondering is, te lezen als 'Normaal zijn is tegenwoordig nog ingewikkelder dan het altijd al was'. Die verbijzondering wordt duidelijk gemaakt door het noemen van een oorzaak (complexere maatschappij) en een gevolg (het kost meer mensen moeite zich normaal te gedragen).
3. U schrijft dat alinea 3 de oorzaak belicht 'waarom een aantal mensen niet (meer) in staat zijn sociaal en maatschappelijk mee te doen'. Dat is inderdaad de redenering binnen die alinea, maar binnen het tekstgedeelte van alinea 1-4, heeft die redenering een andere, uitdiepende functie; zij is in zijn geheel weer onderdeel van de algemene oorzaak van het centrale probleem, zoals geschetst in alinea 2 - zie ook de verwijzing in de eerste zin van alinea 3 'die complexiteit'. De redenering is, gezien over alinea 2, 3 en 4 SITUATIE Meer mensen (dan vroeger) hebben moeite zich normaal te gedragen (alinea 2)/normaal te functioneren(alinea 4). OORZAAK maatschappij is complexer geworden en stelt hogere eisen aan onze psyche (alinea 2, alinea 4) KENMERK Maatschappelijke randen zijn verdwenen (alinea 3), specifiek GEVOLG van dat kenmerk geestelijk kwetsbare mensen zijn (steeds minder) in staat (normaal) mee te doen in de maatschappij (alinea 3, alinea 4) - hetgeen een uitgediepte verklaring is van de geschetste situatie.
In het algemeen denk ik dat dit soort vragen naar de impliciete functie van alinea's aan kracht zouden winnen als leerlingen voortaan hun keuze moeten beargumenteren.
Met vriendelijke groet,
M. Koek
Geachte heer Koek,
Dank voor uw mail. Wij hebben deze voorgelegd aan de vakdeskundigen en wij hebben geen reden gezien om bij vragen 6 en 7 het correctiemodel aan te vullen. Alinea 2 is primair een toelichting en wel een toelichting op de complexiteit van het begrip normaal (dat aanwijsbaar in de hele alinea centraal staat). Dat er verderop in de alinea oorzaken worden aangewezen waarom die complexiteit nog toeneemt, doet aan het toelichtende karakter van de alinea als geheel niets af, net zo min als dat er binnen de toelichting nog andersoortige verbanden aanwijsbaar zijn.
Het antwoord in het cv bij vraag 7 is, (mede) bezien vanuit dit perspectief op alinea 2, dan ook het enig juiste alinea 3 belicht de oorzaak waarom een aantal mensen niet (meer) in staat zijn sociaal en maatschappelijk mee te doen dat komt doordat de “rafelranden” van de maatschappij zijn weggevallen, iedereen moet optimaal presteren.
Als u nog inhoudelijke vragen heeft over dit incident, dan kunt u reageren op deze e-mail. Nieuwe meldingen over de inhoud en/of afnamecondities van een centraal examen kunt u doen via het klantcontactformulier op onze website.
Ik hoop dat u hiermee voldoende geïnformeerd bent.
Met vriendelijke groet,
Ruth Welman
Geachte mevrouw Welman,
Hartelijk dank voor uw antwoord. Ik respecteer het besluit van de vakdeskundigen, maar ik betreur het ook. Vandaar dat ik nog even wil ingaan op de door u gegeven argumenten.
1. Dat alinea 2 als geheel gezien kan worden als een toelichting, bestrijd ik niet.
2. Dat er binnen die toelichting geen andersoortige verbanden aanwijsbaar zijn, bestrijd ik wel. In de alinea is een gelaagdheid waar te nemen. Het woord 'Maar' (regel 39) benadrukt dat er ten opzichte van een altijd bestaande situatie inmiddels een verbijzondering is, te lezen als 'Normaal zijn is tegenwoordig nog ingewikkelder dan het altijd al was'. Die verbijzondering wordt duidelijk gemaakt door het noemen van een oorzaak (complexere maatschappij) en een gevolg (het kost meer mensen moeite zich normaal te gedragen).
3. U schrijft dat alinea 3 de oorzaak belicht 'waarom een aantal mensen niet (meer) in staat zijn sociaal en maatschappelijk mee te doen'. Dat is inderdaad de redenering binnen die alinea, maar binnen het tekstgedeelte van alinea 1-4, heeft die redenering een andere, uitdiepende functie; zij is in zijn geheel weer onderdeel van de algemene oorzaak van het centrale probleem, zoals geschetst in alinea 2 - zie ook de verwijzing in de eerste zin van alinea 3 'die complexiteit'. De redenering is, gezien over alinea 2, 3 en 4 SITUATIE Meer mensen (dan vroeger) hebben moeite zich normaal te gedragen (alinea 2)/normaal te functioneren(alinea 4). OORZAAK maatschappij is complexer geworden en stelt hogere eisen aan onze psyche (alinea 2, alinea 4) KENMERK Maatschappelijke randen zijn verdwenen (alinea 3), specifiek GEVOLG van dat kenmerk geestelijk kwetsbare mensen zijn (steeds minder) in staat (normaal) mee te doen in de maatschappij (alinea 3, alinea 4) - hetgeen een uitgediepte verklaring is van de geschetste situatie.
In het algemeen denk ik dat dit soort vragen naar de impliciete functie van alinea's aan kracht zouden winnen als leerlingen voortaan hun keuze moeten beargumenteren.
Met vriendelijke groet,
M. Koek
-
- Berichten: 17
- Lid geworden op: 16-05-2015 21:05
-
- Berichten: 76
- Lid geworden op: 05-05-2015 13:39
MKoek schreef:
Waarom nu pas? Het herexamen was m.i. niet moeilijker dan het eerste examen, wel even slopend.
Waarom bij het eerste tijdvak niet al deze N-term? Dan was die ene leerling uit mijn vwo-klas die bij de herkansing zijn scheikundecijfer van een 5 naar een 7 moest tillen -wat hem niet gelukt is- nu niet gezakt, omdat hij die compensatie-7 dan al bij tijdvak 1 voor Nederlands gescoord had. Realiseerde het CvTE zich te laat dat die strenge normering bij Nederlands heel veel extra gezakten zou gaan opleveren?
En jawel! 0,3 hoger!Misschien heeft het nog enige invloed op de N-norm, inderdaad.
Waarom nu pas? Het herexamen was m.i. niet moeilijker dan het eerste examen, wel even slopend.
Waarom bij het eerste tijdvak niet al deze N-term? Dan was die ene leerling uit mijn vwo-klas die bij de herkansing zijn scheikundecijfer van een 5 naar een 7 moest tillen -wat hem niet gelukt is- nu niet gezakt, omdat hij die compensatie-7 dan al bij tijdvak 1 voor Nederlands gescoord had. Realiseerde het CvTE zich te laat dat die strenge normering bij Nederlands heel veel extra gezakten zou gaan opleveren?