vraag 25

[schotanusy]

Is Lezers van de Groene Amsterdammer een te specifieke doelgroep?

Verder; in plaats van 'ondernemers' moet 'MKB'ers' of 'managers in het midden- en kleinbedrijf' ook goedgerekend worden, en misschien 'bedrijfsleven ook wel.

Dan de tekstsoorten.
Mij verging het zo: ik vond de hoofdtekst een betoog.
Vervolgens bekeed ik tekstfragment 3: ook een betoog. Duidelijke imperatieven. Argumenten erbij (ook volgens de vraagstellers). Dus betoog.
Dan maar terug naar de hoofdtekst. De auteur laat duidelijk zijn mening doorschemeren, maar hij haalt wel heel veel anderen aan. Zou men dit dan een beschouwing vinden? Het is het niet, maar het moet haast wel.

Ik begrijp nu dat ik eenzelfde kromme redenering op tekstfragment 3 had moeten toepassen, het is een betoog, maar het gaat om tips, dus dat heeft iets informatiefs. Dus ik zal de tekst wel als betogend informerend moeten aanduiden.

Ik zie vooralsnog geen goede reden waarom ik de ene kromme redenering boven de andere zou verkiezen. Dus stel ik voor dit deel van de vraag buiten beschouwing te laten. Dan hoeven we geen foute antwoorden goed te rekenen.

[Marjo]

Het tekstfragment is een instructie. Dat valt onder de informatieve teksten.

[Marjo]

Instrueren is trouwens ook een tekstdoel. Het staat niet in het beoordelingsmodel, maar het is wel degelijk correct.

[ChristineBrackmann]

Verwarrend is dat de term 'hoofdtekst' gebruikt wordt in plaats van 'Tekst 2'. Bij vraag 19 verwijst 'hoofdtekst' immers naar 'Tekst 1' en bij vraag 25 en 26 naar 'Tekst 2'. Voor de leerlingen - die toch al erg veel teksten voor hun neus krijgen - is het helderder als de term 'hoofdtekst' vermeden wordt. (Voor docenten overigens ook ).

[schotanusy]

Tekstfragment 3 is geen instructie. Het is geen handleiding. In een instructie argumenteer je niet. Dat gebeurt hier wel, vinden ook de vraagstellers, blijkens vraag 27.
Activeren en instrueren zouden goede termen zijn geweest, maar daar kon je niet uit kiezen.
Dit onderdeel van de vraag was dus niet te maken.

[Lauranne]

Ik had zelf in eerste instantie een informerende tekst gekozen voor het tekstfragment, omdat het een instructie is. Maar toen raakte ik in de war bij vraag 27 omdat daar over argumenten wordt gesproken. Hmmm, ben benieuwd hoe leerlingen hiermee gedaan hebben.

[Hans Das]

Zal ik eens wat geks zeggen? Ik heb de hoofdtekst, eh tekst 2, gelezen als een beschouwing met betogende elementen. Of mag dat niet meer sinds er vorig jaar (of het jaar ervoor) gepeperde kritiek op die vage mengvorm kwam? Hoe dan ook: ik vind het niet een glaszuiver betoog, want wat wil de auteur nu eigenlijk zeggen?

[Marlene van Soest]

Ik vind de tekst met de do"s en don"ts activerend en daardoor dus ook betogend. Daarom is het correctiemodel niet meer volledig.

[Jeffrey Barth]

Ik had tekst 2 als 'hoofdzakelijk een beschouwing' geïnterpreteerd: de auteur neemt de hooggespannen verwachtingen met betrekking tot het internet als uitgangspunt en kijkt wat daarvan terecht is gekomen. Daarbij signaleert hij op grond van gebeurtenissen en autoriteiten dat het web zich anders heeft ontwikkeld dan was verwacht. De lijn van de tekst lijkt (enigszins) op een verschijnsel-verklaringstructuur die je bij beschouwingen wel vaker aantreft.

Volgens mij neemt hij nergens een (eigen) standpunt in dat hij met argumenten onderbouwt. Daarom zou ik niet zo snel voor 'betogend' gekozen hebben. Dat tekstdoel vind ik meer (maar niet zuiver) op het fragment van toepassing. Dat lijkt mij een tekst waarin de auteur (vrijblijvende) adviezen formuleert. Dat gaat verder dan puur informeren.

[JoJan]

Is als doelgroep voor tekst 2 'internetgebruikers' goed te rekenen? Dat vind ik niet echt een specifieke doelgroep, aangezien we dat tegenwoordig allemaal wel zo'n beetje zijn. Bovendien is de tekst niet interessant voor iemand die geen internetgebruiker is en vallen niet-gebruikers van internet daarmee buiten het beoogde publiek.